LODEWIJK MORTELMANS
Een naam die klinkt als een heldere cimbaal in de Vlaamse muziek. Componist van liederen, pianomuziek, koorwerken, opera’s, cantates en grote orkestwerken die een grote faam genoten in binnen- en buitenland.
Dirigent en muziekpedagoog met een zeer grote invloed op zijn leerlingen en epigonen. Vaak in 1 adem genoemd met Paul Gilson (1865-1942) en August De Boeck (1865-1937) als vernieuwer van de Vlaamse muziek en toch zijn ze alle drie totaal anders.Dirigent en muziekpedagoog met een zeer grote invloed op zijn leerlingen en epigonen
Een portret.
Afkomst en opleiding
Lodewijk Mortelmans werd geboren op 5 februari 1868 in Antwerpen als tweede zoon van Karel Mortelmans, een drukker.
Als 12-jarige zong hij in het knapenkoor van de Predikherenkerk en al zeer vroeg speelde hij slagwerk in de Franse Opera.
Lodewijk studeerde aan de Antwerpse muziekschool (het latere Koninklijk Vlaams Conservatorium) in Antwerpen bij Peter Benoit (compositie), Joseph Callaerts (orgel), Jan Blockx (harmonie en instrumentatie) en Joseph Tilborghs (contrapunt en fuga). Van 1887 tot 1888 ‘verhuisde’ hij naar de pianoklas van Arthur De Greef en de cursus contrapunt bij Hubert Ferdinand Kufferath in het Brussels Conservatorium. Een lerarencorps om ‘U’ tegen te zeggen!
Gedreven en ambitieus dong Lodewijk in 1889 voor de eerste keer mee naar de gegeerde ‘Prix de Rome’. Hij deed het buiten medeweten en tegen het advies in van zijn leraar Benoit.
“Benoit raadde mij af van te gaan, zeggende: ‘ge zult wel iets halen, maar ‘t ware beter te wachten om ineens den eersten prijs te behalen.’ Maar ik antwoordde dat ik er niet aan dacht iets te halen, maar dat ik slechts wou ondervinden hoe zulk een prijskamp verliep. Het is dan ook buiten weten van Benoit dat ik mij aangaf.”
Na enkele mislukte pogingen (o.a. een gedeelde tweede prijs met Paul Lebrun met de cantate Sinaï en in 1891 onderbrak hij zijn deelname wegens ziekte) behaalde hij in 1893 de zo begeerde prijs met de cantate Lady Macbeth, op een Nederlandstalige tekst zoals Benoit het bepleitte. Mortelmans was de eerste leerling van Benoits muziekschool die deze hoge erkenning kreeg. Hij werd daarom in Antwerpen als een held gehuldigd. Bij het openingsconcert van het officiële conservatorium in 1897 dirigeerde Mortelmans werk van hemzelf (Hulde aan Peter Benoit) en van Benoit (Feestzang).
Muzikale loopbaan
Van 1901 tot 1924 was Mortelmans professor contrapunt en fuga aan het Antwerpse Conservatorium te Antwerpen. Componist Jan Broeckx getuigde over het grote belang van Mortelmans als pedagoog:
“Als pedagoog heeft Mortelmans een groot aantal componisten opgeleid en wel op zulke wijze dat ze geen duplicaten van hemzelf, maar zelfstandige, uiteenlopende persoonlijkheden zijn geworden: van de romantische en nationalistische Jef Van Hoof, tot de internationaal gerichte expressionist Jef Van Durme.”
Onder zijn leerlingen vindt men verder ook o.a. Lodewijk De Vocht, Marinus De Jong, Emmanuel Durlet, Flor Peeters en Oscar van Hemel.
Na enkele mislukte kandidatuurstellingen volgde hij in 1924 Emile Wambach op als directeur van het Antwerpse conservatorium. Hij bleef in dienst tot 1933.
Ofschoon hij enorm uitgekeken had naar de job van directeur, viel de taak hem ferm tegen. Hij beklaagde zich over de administratieve werkdruk die hem belette volop te componeren. Het leerlingenaantal daalde onder zijn bewind drastisch. Zijn belangrijkste verdienste als conservatoriumdirecteur waren wellicht de symfonische conservatoriumconcerten. Zo organiseerde hij in mei 1933 een opgemerkt driedaags Brahmsfestival.
Daarnaast doceerde hij aan de Interdiocesane Kerkmuziekschool te Mechelen, het huidige Lemmensinstituut te Leuven en vanaf 1903 was hij directeur en dirigent van de Maatschappij der Nieuwe Concerten, een concertvereniging die ook internationale dirigenten en solisten naar Antwerpen haalde. Beroemde gastdirigenten als Gustav Mahler, Siegfried Wagner, Hans Richter, Richard Strauss en Sergej Rachmaninov traden met dit ensemble op. Wereldbefaamde solisten als Pablo de Sarasate, Jacques Thibaud, Pablo Casals en Fritz Kreisler speelden er onder zijn leiding.
Als dirigent maakte hij een succesrijke tournee in de Verenigde Staten, waar hem in 1917 de leiding van het Boston Symphonic Orchestra werd aangeboden. Hij sloeg dit af omdat hij kort daarvoor zijn vrouw en twee kinderen had verloren. Hij wilde in België blijven bij zijn overige vijf kinderen.
Mortelmans stond samen met o.a. de componisten Emiel Hullebroeck, Jan Broeckx en Flor Alpaerts mee aan de wieg van NAVEA, het huidige SABAM, en was medestichter van de Eugène Ysaÿe-wedstrijd voor viool, de huidige Koningin Elisabethwedstrijd. Hij was tevens lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten.
Componist
Reeds als student liet Mortelmans zich opmerken met zijn lied De bloemen en de sterren (1887) dat werd bekroond in een Vlaams-Nederlandse compositiewedstrijd in Roeselare.
Voor de symfonie Germania ontving hij in 1891 de prijs van de Académie Royale de Belgique.In 1899 werd in Antwerpen een Mortelmans-festival georganiseerd waarop symfonische werken als Lente-Idylle, Homerische Symfonie en Mythe der Lente weerklonken. Andere bekende orkestwerken zijn o.m. Morgenstemming; Helios; In memoriam; Elegieën; Evangelische diptiek; Lyrische pastorale voor hoorn en orkest en Kindersuite. In deze werken horen we echo’s van Brahms, Schumann en Wagner naast flarden impressionisme.
Toch kent het grote publiek hem vooral als lied- en pianocomponist. In zijn beste liederen treffen we een volstrekte psychologische eenheid van tekst en muziek aan naast een evenwichtige opbouw, elegante melodieën en een efficiënte en expressieve pianopartij. De melodieën zijn soepel, intiem, vertellend en overzichtelijk en soms ook dramatisch en worden ondersteund door een schilderende en suggestieve begeleiding. Mortelmans werd daarom de “Prins van het Vlaamse lied” genoemd. Hij componeerde vooral op gedichten van Guido Gezelle (bv. Moederke; Als de ziele luistert; Hoe schoon den morgendauw; ’t Pardoent; Wierook; ‘k Hoore tuitend hoornen; O mocht ik; Poverjanneke en het strijdvaardige Groeningeveld), maar ook op teksten van René De Clercq (Vlaanderen dijn recht is out; Onthoud Vlaanderen), Pol De Mont (Houdt u fier; Leg op mijn hart uw voorhoofd), Goethe, Van Eeden en Baudelaire.
Een aantal liederen zijn met orkestbegeleiding (bv. Doornroosje; Leliën; Moeder en kind; Een zielekreet; Klokkenzang; Sage van Koning Hagen…).
Voor de jeugd schreef hij Vlaamse volksliederen voor de jeugd voor zangstem en piano.
Tot zijn bekendste intimistische en lyrische pianostukjes behoren o.a. Vier lyrische stukken, Het wielewaalt en leeuwerkt en Saidja’s lied.
De opera Kinderen der Zee (libretto van Raf Verhulst) is duidelijk geschreven in de Wagnertraditie.
Voor koor schreef hij o.a. Salve Regina; Ave verum; In Jesus’ name; Hoger als mijn oogen dragen; Jesu, wijs en wondermachtig; Caecila en Klaar bloed en louter wonden.
Piano van Lodewijk Mortelmans
Vermeldenswaard is ook Eerste communiezang voor 3 solostemmen, gemengd koor, piano en harmonium alsook zijn De Vlaamsche tale voor massakoor en orkest.
Naar het voorbeeld van zijn leraar Benoit componeerde Lodewijk Mortelmans cantates voor (kinder)koor en orkest zoals Hendrik Conscience herdacht; de Merodecantate en Jong Vlaanderen.
Van zijn leermeester erfde hij ook de voorliefde voor het Vlaamse volkslied. Zo bewerkte hij Oud-Vlaamse volksliederen voor klavier en Oud-Vlaamse kerst- en driekoningenliederen en Oud-Vlaamse volksliederen voor zang en klavier. Voor solostem en orkest bewerkte hij Herders, Hij is geboren; Maria die soude; Ons is geboren een kindekijn en Het was een maget uutvercoren.
Mortelmans sloot als toondichter dus manifest aan bij de Nationale School van Peter Benoit, maar ook het subtiele, gevoelsrijke en verfijnde impressionisme klinkt in zijn werken door. Hij streefde ernaar om in de kunst de meest verfijnde vormschoonheid aan de grootste natuurlijkheid te paren.
Na het directeurschap in Antwerpen
Vanaf 1933 pendelde Mortelmans tussen zijn woning in Antwerpen en zijn buitenverblijf in Waasmunster. In die rust componeerde hij en orkestreerde hij liederen. Hij genoot van lange wandelingen in de vrije natuur en van de vele contacten met vrienden, zijn tweede echtgenote en familie.
Op 24 juni 1952 overleed Mortelmans in Antwerpen. Zijn graf bevindt zich op het ereperk van het Schoonselhof in Hoboken.
Mortelmans ‘ zoon Ivo (1901-1984) studeerde tegen de wil van zijn vader in toch bij hem en bij Paul Gilson en werd een getalenteerd musicus, leraar, dirigent, muziekschooldirecteur en componist van symfonische muziek, koorwerken, liederen en muziek voor orgel en piano. Hij bleef trouw aan de laat-romantische toonspraak.
De broer van Lodewijk Mortelmans, Frans (1865-1936) was kunstschilder van portretten, bloemen en stillevens en gaf les aan de kunstacademie van Berchem.
Peter Leys